30 Januari – Maandelijkse column classispredikant ds Peter Verhoef

Actueel
din 28 jan 2025

Elke maand hebben wij een overleg met de elf classispredikanten. Behalve voor praktische punten maken we dan altijd ook tijd voor inhoudelijke zaken. We denken bijvoorbeeld na over de kerk in de publieke ruimte, of over hoe we kleiner en toch relevant kerk kunnen zijn.

Soms ook lezen we een tekst. Vorige maand kwam dit voorbij: ‘Het winterwerk en de hele organisatie van de gemeente doen denken aan een machine die draait en weinig of niets aflevert. Men vraagt zich ook niet af, wat de zin van dit alles is. Het lijkt wel of men bang is voor deze vraag, en met drukke activiteiten de eigen geestelijke onzekerheid overstemt.’

Die kwam aan. Wij herkenden er niet alleen onze gemeenten in, maar eerlijk is eerlijk: ook dingen van onszelf als classispredikant. Het meest frappant is nog wel dat deze tekst stamt uit 1951. Hij komt uit het boekje ‘De crisis der middenorthodoxie’ van H. Berkhof. Voornamen hadden hoogleraren toen nog niet. Dat hij Henk heette wist alleen zijn vrouw.

Zonder twijfel behoort Berkhof tot de groten van de 20e eeuw. Zijn magnum opus ‘Christelijk Geloof’ is nog steeds een standaardwerk. Zelf kwam ik juist aan in Leiden toen Berkhof met emeritaat ging en werd opgevolgd door Bram van de Beek. Toen dat bekend werd waren de rapen gaar, want Van de Beek gold voor het wetenschappelijke Leiden als veel te gelovig.

Ik herinner me dan ook levendig een bijeenkomst waar Van de Beek de ondankbare taak had zich publiekelijk te verantwoorden. Het Academiegebouw was afgeladen, de zaal vonkte. Van de Beek hield zich dapper staande, maar het zweet parelde ondertussen van zijn voorhoofd.

Nadat de zoveelste kritische vraag was gesteld, vroeg de gespreksleider of er nog andere vraag was rond dit thema. Slechts één vinger ging omhoog. Een student, ouderejaars. ‘Ik heb geen vraag over dit thema, maar wel over het antwoord dat Van de Beek straks gaat geven.’

Een voltreffer, en het dak ging eraf. Berkhof zag het vanaf de achterste rij allemaal rustig aan. Hij heeft misschien wel gedacht dat alle drukte die middag vooral geestelijke onzekerheid overstemde, zo scherpzinnig was hij wel. Maar ook zo fijnzinnig dat hij het niet zei. Mijzelf treft vooral hoe actueel dat boekje van Berkhof uit 1951 nog altijd is. Daarom nog één citaat:

‘We hebben gemeenteleden nodig die van hun predikanten iets anders verwachten dan vergaderen. We hebben kerkenraden nodig die van hun predikanten eisen dat zij vóór alles hun studeerkamer en bidvertrek zoeken. En wij hebben predikanten nodig die hun gemeente teleurstellen en van alles niet doen, opdat de gemeente bepaald wordt bij het éne nodige.’