Ik wil eraf
Ik zal 4 jaar geweest zijn, misschien net 5. Het was vakantie, maar in die jaren ging je nog niet ver weg. Wij gingen naar Brabant, twee weken in de tent. Ik herinner me vooral de Drunense duinen. In de middag – als mijn zusje ontwaakt was – mochten we daar spelen.
Op zo’n middag kwamen we onderweg langs een kapelletje. Christus hing aan het kruis. Mijn zusje begon kabaal te maken in de wandelwagen, maar ik was kennelijk geschokt door hetgeen ik zag. Want ik heb er geen actieve herinnering aan, maar volgens de overlevering moet ik hebben gezegd: ‘Kijk eens mama, wat zielig. Dat jongetje roept: Hellup, ik wil eraf.’
Zelf ben ik van mening dat andere zaken een veel beslissender rol hebben gespeeld, maar mijn familie houdt koppig vol dat deze uitspraak zonneklaar bewijst dat het er altijd al in heeft gezeten, en dat het geen wonder is dat ik later predikant ben geworden.
Deze zomer was het weer vakantie, maar het werd geen Brabant. Wij waren in voormalig Oost-Duitsland, en een van de steden die we aandeden was de prachtige oude stad Schwerin. Onze eigen ‘eigen’ Prins Hendrik werd daar geboren in een sprookjeskasteel.
Nog indrukwekkender was de lutherse St. Marien-Dom. De dominee zelf was aanwezig om te vertellen over de roerige herfst voorafgaand aan ‘die Wende’ in 1989. Elke maandag kwamen mensen in de Dom om te bidden voor vrede, en hun aantal groeide met de week.
Op 23 oktober verzamelden zich zelfs 40.000 mensen. Met een kaars in de hand en zwijgend demonstreerden zij voor vrijheid. Op hun spandoeken stonden woorden uit Micha 4: ‘Zwaarden worden ploegscharen.’ In de zijstraten wachtte het leger, maar dat greep niet in.
Zó concreet kan geloven zijn. In de DDR van 1989 ging geloven over mensen die ruim 40 jaar geknecht waren en in hun geloof de kracht vonden om op te staan. Concreter kan het niet. Geloof is ten diepste bevrijding van wat mensen er onder houdt. Geloof is altijd geloof dat het anders kan. Dat zwaarden ploegscharen kunnen worden. En dat muren kunnen vallen.
Soms denk ik: in onze hele westerse wereld krimpt de kerk. Maar overal elders – Azië, Afrika, Latijns-Amerika – groeit de kerk tegen de klippen op. Er is geen houden aan. Het kán toch niet anders of dat heeft te maken met de concreetheid van geloven? In die delen van de wereld weten ze exact wat geloof is. Geloof is bevrijding. Geloof is geloof dat het anders kan.
Een dag na Schwerin fietsen we langs een kapelletje. Christus hangt ook nu aan het kruis. Toen ik kind was, dacht ik dus dat hij daar af wilde. Nu denk ik: hij hangt daar goed. Hij hoort daar. Voor alle mensen die bevrijding zoeken. Voor plekken waar zwaarden ploegscharen moeten worden. Voor Azië, Afrika en Latijns-Amerika. Voor jou en mij, voor iedereen.